Wat begon als een aangekondigde demonstratie op het Malieveld voor strenger immigratiebeleid, veranderde zaterdag in een dag die menig Hagenaar niet snel zal vergeten. De actie was opgezet door activiste Els Rechts en trok honderden deelnemers die hun stem wilden laten horen. Aanvankelijk leek alles volgens plan te verlopen. De sfeer was gespannen, maar beheerst. Toch sloeg de stemming al snel om, en dat zorgde voor een kettingreactie die uitmondde in chaos en schade.
De demonstratie startte met spandoeken, leuzen en toespraken. Mensen wilden hun frustratie over het beleid kenbaar maken en gebruikten daarvoor het Malieveld, dat al decennialang symbool staat voor protest in Nederland. De politie was vanaf het begin zichtbaar aanwezig, klaar om toezicht te houden en de orde te bewaren. Maar wat in eerste instantie een stevig, maar vreedzaam protest leek, draaide na korte tijd volledig de verkeerde kant op.
Toen enkele groepen demonstranten de confrontatie met de politie zochten, escaleerde de situatie. Er werden flessen en stenen gegooid in de richting van agenten en zelfs een politieauto ging in vlammen op. Dat was het moment dat de sfeer omsloeg van protest naar oncontroleerbare onrust. Om de menigte uiteen te drijven, zette de politie traangas en een waterkanon in. De beelden van dat moment verspreidden zich razendsnel op sociale media, waardoor de onrust buiten Den Haag ook direct zichtbaar werd voor de rest van het land.
Niet alleen op het Malieveld, maar ook in de binnenstad van Den Haag bleef het onrustig. Ramen van het D66-kantoor werden ingegooid en een brandende container op straat zorgde voor gevaarlijke situaties voor omwonenden en voorbijgangers. Journalisten die hun werk probeerden te doen, kregen het zwaar te verduren. Ook agenten werden het doelwit van vuurwerk en projectielen. Het leverde een beeld op dat je normaal gesproken alleen in internationale nieuwsbeelden ziet.
De politie greep hard in en hield uiteindelijk tientallen relschoppers aan. Voor velen een noodzakelijk optreden, want zonder die ingrepen was de situatie waarschijnlijk nog verder geëscaleerd. Burgemeester Jan van Zanen reageerde later scherp: volgens hem was er sprake van een “beschamende vertoning” die het imago van Den Haag ernstige schade berokkent. Hij benadrukte dat demonstreren een grondrecht is, maar dat dit nooit gepaard mag gaan met vernielingen of bedreiging van hulpverleners.
Een opvallende naam in het hele verhaal is die van de organisator: Els Rechts. Zij nam later afstand van het geweld en de vernielingen. Volgens haar was het nooit de bedoeling dat de demonstratie zo zou ontsporen. “Ik vind het verschrikkelijk dat een kleine groep dit vreedzame protest heeft verpest,” liet ze weten. Ze gaf aan dat ze de politie-inzet begrijpt, maar sprak van een “bittere teleurstelling” dat de boodschap van het protest zo in de schaduw kwam te staan.
Op sociale media circuleren inmiddels talloze beelden van de dag. Je ziet agenten van de Mobiele Eenheid die relschoppers hardhandig onder controle krijgen. Het gaat er niet altijd zachtzinnig aan toe, maar veel mensen vinden het begrijpelijk dat de politie fors moest optreden. In dit soort situaties draait het immers om het terugwinnen van de controle voordat het volledig uit de hand loopt.
De gebeurtenissen roepen vragen op over de manier waarop demonstraties in Nederland worden georganiseerd en beveiligd. Enerzijds is er het recht om je mening te uiten, anderzijds is er de verantwoordelijkheid om dat op een veilige en ordelijke manier te doen. Zodra groepen bewust de confrontatie opzoeken, ontstaat er een spanningsveld dat moeilijk te beheersen is. En precies dat zagen we zaterdag in Den Haag: een dunne scheidslijn tussen protest en rellen, die werd overschreden met alle gevolgen van dien.
De schade die is ontstaan, is niet alleen zichtbaar in de vorm van kapotte ruiten, brandplekken en vernielde auto’s. Er is ook sprake van maatschappelijke schade. Het vertrouwen in vreedzaam demonstreren krijgt opnieuw een knauw. Veel mensen die wél met goede bedoelingen kwamen, voelen zich nu verraden door de harde kern die bewust voor escalatie koos. Het gevaar bestaat dat toekomstige protesten met nog meer wantrouwen worden bekeken, zowel door de overheid als door het publiek.
Toch kan dit ook een moment van bezinning zijn. Voor activisten en organisatoren ligt er de taak om duidelijker grenzen te stellen en hun achterban daarop aan te spreken. Voor de overheid betekent dit nadenken over hoe demonstraties beter kunnen worden begeleid zonder het recht op vrije meningsuiting in te perken. En voor de samenleving als geheel is het een herinnering dat het uiten van onvrede nooit gelijk mag staan aan het vernielen van de stad waarin je die onvrede kenbaar maakt.
Het Malieveld is door de jaren heen vaak toneel geweest van protest. Van boerenacties tot klimaatmarsen, van muziekfestivals tot politieke bijeenkomsten. Maar wat er zaterdag gebeurde, zal de geschiedenisboeken ingaan als een zwarte bladzijde. Niet vanwege de inhoud van de boodschap, maar vanwege de manier waarop die boodschap overschaduwd werd door chaos en vernieling.
Of de actie van Els Rechts en haar achterban alsnog effect zal hebben op het politieke debat, valt te betwijfelen. Het beeld dat nu blijft hangen is dat van rook, brand en politieoptredens. En dat is precies wat veel mensen zal bijblijven: een dag waarop een protest veranderde in een rel, en een stad daarvoor de rekening moest betalen.
[][/video]